Samar ynienen moatte wy Joop van der Veen yn ús PC-fermidden misse. It is net te befetsjen en it rekket ús djip.
Joop kaam in 2008 yn ‘e PC. Syn rol as Húsmaster paste him as in jas. Hy wie ferantwurdelik foar de kaartferkeap en de hospitality. Hy die dat mei in grut gefoel en each foar foarmjouwing en detail. It wurk foar de PC die hy mei hert en siel. Mei dy selde passy boude hy ek oan syn bedriuw. Bakkerij Van der Kloet waard in begrip yn Frjentsjer en wide omkriten. Kroan op dit wurk wie de iepening fan harren saak yn de Camminghastins yn Frjentsjer. Hy rjochte hjir de Keatskeamer yn en liet dêr syn beide passys byelkoar komme. Hy liet minsken genietsje fan syn gebak yn de unike sfear fan ‘e PC.
De keatskeamer is as fêste fergaderplak it hert fan ‘e PC-organisaasje. Grutsk wie Joop op it ta de top fan keatsen trochdringen fan dochter Iris. Eins luts dit him nei it keatsen ta. Grutsk wie hy ek dat hy dit wurk foar de PC dwaan mocht en hy koe yntins genietsje fan de PC-dei. ‘Dit is kicken, hjir dogge je it foar’, sei er dan mei in grutte smile. Joop wie enerzjyk en ûndernimmend, fleurich, sjarmant en tagonklik. Hy hie in plesierige soart fan bravoer oer him. Joop wie in hurde wurker, in skrepper. Hy gie op yn syn wurk foar de bakkerij en de PC. In man dy’t him net folle tiid foar himsels gunde. En krekt op it jierlikse tripke mei freonen en kollega-ûndernimmers nei de autorally nei Skotlân kaam der samar in ein oan syn libben. It PC-partoer is net mear kompleet, we moatte ús maat no misse.
Abrupter kon het leven van Joop van der Veen uit Franeker niet eindigen. Zijn hart stopte vlak na het ontbijt in Newcastle waar hij was voor een rally voor klassieke auto’s. Reanimatie hielp niet.
Enthousiast, flamboyant, charmant, een mooie blik in de ogen, zo kennen velen hem. Joop was enig kind en groeide op boven de banketbakkerij van zijn ouders in de Eise Eisingastraat. Het leven stond in het teken van werken. Joop wist al gauw dat hij in de voetsporen van vader Dick wilde treden. De passie mooie dingen te maken waar anderen van genieten, voelde hij net zo. Na zijn studie als banketbakker in Groningen en de plotse dood van zijn moeder, stapte hij in het bedrijf.
Met alleen een papa- en mamazaakje, zoals hij dat noemde, wist hij dat hij dat er uiteindelijk onvoldoende brood op de plank zou komen. Met Corrie, met wie hij sinds 1983 een relatie had, trouwde hij in 1990. In 1993 werd dochter Iris geboren, twee jaar later Yasmin.
Toen hij bakkerszaken kon overnemen, deed hij dat. Vlak na de eeuwwisseling volgde winkel na winkel. In 2004 had hij er zeven en werkte hij van vier, vijf uur ’s morgens tot acht, negen uur in de avond.
Logistiek werd het bijkans onmogelijk om met twee bakkerijen achter winkels alle zaken te bevoorraden. In 2004 opende hij hierom de centrale bakkerij op het Franeker industrieterrein. Het vergde veel overredingskracht om het beeld bij klanten bij te stellen dat hier geen fabrieksbrood werd gemaakt, maar brood en banket, net zo ambachtelijk als vroeger van achter uit de zaak.
Wel vaker dacht hij anders dan anderen. Een bakkerswinkel zoals vroeger, dat was niet zijn ambitie. Het moest mooi zijn, zeer klantvriendelijk, de producten goed gepresenteerd met altijd een proefschaaltje, liefst met brood en banket en een lunchroom waar klanten gelijk het lekkers probeerden. Bij het inrichten van de Van der Kloetbakkerij (die winkels kocht hij in 2003) in de Bilgaardpassage in Leeuwarden kon hij al een deel van zijn visie toepassen.
De echte kers op de taart was de opening van de Camminghastins in het voormalige Friesland Bank-gebouw. Een warme, luxe zaak met veel oog voor detail, zoals banketbakkers van huis uit meekrijgen.
Juist dat goed ontwikkelde oog voor de details brak hem wel eens op bij het bestieren van een onderneming met zestig man personeel. In zijn rol als manager golden andere wetten en verantwoordelijkheden. Het overlaten van besluiten aan anderen kostte moeite. Zorgen waren er altijd en soms veegde hij op zaterdagmiddag gewoon nog ergens de vloer aan.
Thuis moest het vooral een oase van rust zijn. Hoewel hij de (kaats)sport vroeger verfoeide, raakte hij heel gepassioneerd over kaatsen toen zijn dochters zich erop toelegden. Iris kaatst zeer verdienstelijk in de hoofdklasse. Langzamerhand groeide hij met haar mee in de liefde voor de kaatssport. Zelfs zozeer dat hij in 2008 gevraagd werd in de Koninklijke Permanente Commissie zitting te nemen. ,,Hij was de eerste bakker in de PC, die toch altijd was voorbehouden aan notabelen. Daar was hij zo trots op’’, weet Corrie. In de Camminghastins richtte hij zelfs een kaatskamer in.
Joop was wars van dokters, hij kwam er nooit. Het waren fietsenmakers, zei hij. Het zou kunnen dat zijn vermoeidheid toch een ernstigere oorzaak had dan hij vermoedde. Dat zijn moeder rond dezelfde leeftijd aan een hartaanval was overleden, speelde misschien in zijn hoofd. Maar daar praatte hij niet over, zulke gevoelens deelde hij niet. Het werken moest doorgaan, voor zijn vrouw en dochters.
Zeshonderd mensen kwamen de familie condoleren, evenveel kwamen er in Andringastate in Marsum waar hij onder begeleiding van politie en klassieke auto’s met 70 kilometer per uur over de snelweg naartoe werd gebracht. Alleen al de blik in zijn ogen wordt gemist.