Sybolt Meijes Tigchelaar (1888 - 1979)

De ouders van Sybolt Meijes Tigchelaar hadden een veehouderij in Dronrijp. Sybolt en zijn moeder verkochten de melk in de omgeving, maar ook in Franeker en Harlingen. Mede daardoor, en omdat hijzelf later een melkzaak had, kreeg hij al spoedig de bijnaam van ‘Melk en Suup’

In het begin van zijn kaatsloopbaan kwam hij vaak uit op door­elkaar­ loten wedstrijden en sleepte menig prijs in de wacht. Tigchelaar was een kaatser die zowel het opslaan als het uitslaan beheerste en hij was een echte doorzetter. Het resultaat hiervan was dat hij in 1912 op de PC zegevierde en tot koning werd uitgeroepen. Zeven jaar later werd hij, op ietwat gelukkige wijze, opnieuw winnaar van deze partij.

In eerste instantie zou hij niet deelnemen, maar kort voor de PC in 1919 overleed de zuster van Rinse Yetsinga, die daardoor verstek moest laten gaan. Anne Smidts en Jan Ymtes Heeg lieten nu het oog vallen op Sybolt Meijes Tigchelaar en dit bleek een prima keus te zijn, want het drietal kwam als overwinnaar uit de strijd. Memorabel is het feit dat Tigchelaar op deze partij een kaatsrecord vestigde. Hij sloeg de bal maar liefst drieënnegentig meter ver weg. De bal, waarmee dit gebeurde, werd hem later als trofee overhandigd.

In hetzelfde jaar won Tigchelaar het Nederlands kampioenschap voor Dronryp, waarna het een week lang feest was in dit dorp. Op de PC van 1979 werd hij in De Koornbeurs te Franeker door voorzitter dr. Ulbe Hannema gehuldigd, omdat het zestig jaar geleden was dat hij de PC voor de eerste keer won. Hij overleed in Sneek, waar hij later woonachtig was, op de hoge leeftijd van éénennegentig jaar. In het jaar daarvoor, in 1978, viel Tigchelaar de eer ten deel om met Wiebren van Wieren het monument van de kaatsers op de Breedeplaats in Franeker te onthullen. Het beeld staat nu op de rotonde op de rondweg.